Hoe kunnen psychologische inzichten helpen, om milieuvriendelijk en duurzaam gedrag en klimaatbestendige ontwikkeling te ondersteunen? Resultaten uit sociaalpsychologisch onderzoek over sociale invloed, duurzaamheid, gedrag en gedragsverandering geven aanwijzingen voor klimaatpsychologie.
podcast
Ecopsychologie, klimaatpsychologie of “Environmental Psychology” is een deel van de sociale psychologie, de psychologie van relaties tussen mensen en van menselijke cognities en emoties. De nieuwe tekstboeken uit de sociale psychologie (bijvoorbeeld Kenrick: Social psychology: Goals in interaction), gaan uitgebreid in op duurzaam gedrag, gedragsverandering en de onderliggende innerlijke en tussenmenselijke conflicten (deze worden ook “dilemma’s” genoemd).
Een belangrijk begrip bij ecopsychologie is dan ook “sociaal dilemma”. Sociale dilemma’s zijn situaties waarin individuele belangen in strijd zijn met collectieve belangen. Bij gedrag, dat niet duurzaam is, – zoals bijvoorbeeld veel vliegen – heeft het individu baten (snel en goedkoop transport) , maar de gemeenschap de lasten (meer CO2 in de atmosfeer). Dit geld voor veel voorbeelden van niet-duurzaam en ander destructief sociaal gedrag.
Sociale dilemma’s: Tragedy of the commons (Tragedie van de meent)
Als mensen toegang hebben tot gratis algemene goederen – denk aan water, lucht, natuur – zal makkelijk overexploitatie optreden, die deze goederen aantast. Denk aan Water, lucht, natuur.
Andere voorbeelden van de tragedie van het gemeengoed zijn overbevissing, ontbossing, luchtvervuiling of verkeersopstoppingen. Dit zijn allemaal gevallen waarin mensen individueel profiteren van het gebruik of de consumptie van meer van een gemeenschappelijk goed. De kosten worden gedragen door de samenleving als geheel.
Het moderne maatschappelijke dilemma-onderzoek begon met een veel geciteerd artikel uit 1968 van de ecoloog Garret Hardin. Hardins artikel heeft de titel: ‘The tragedy of the commons”. Dit artikel wilde duidelijk maken dat argeloze handelingen van individuen het milieu schade toe kunnen toebrengen. Hardin beschrijft een groep herders die open toegang hebben tot een gemeenschappelijk perceel waar hun vee graast. Het is in het belang van elke herder om zoveel mogelijk dieren op het land te laten grazen, aangezien elke herder de voordelen krijgt en de schade wordt gedeeld door de hele groep. Maar als alle herders dit individueel rationele besluit nemen, is het gemeenschappelijke land snel uitgeput en zal iedereen hieronder lijden.
Als ieder individu eigenbelang nastreeft en baat heeft bij het consumeren van de gemeenschappelijke bron, zal hij of zij dit blijven doen totdat de toegang tot deze bron beperkt of vernietigd is.
Sociale dilemma’s zijn dus situaties waarin individuele belangen in strijd zijn met collectieve belangen. Een egoïstische beslissing creëert dan kosten voor andere betrokkenen. Maar op de lange termijn lopen de kosten op, waardoor een situatie ontstaat waarin iedereen beter af zou zijn geweest als hij of zij niet in zijn of haar eigen belang had gehandeld.
Psychologen wijzen op verschillende strategieën met dit dilemma van de “Commons” om te gaan. Wetten, regels en afspraken – op nationaal maar veel beter nog op internationaal niveau, spelen hierbij een belangrijke rol. Deze regels kunnen dan coöperatief gedrag afdwingen en sociale dilemma´s overwinnen.
Een belangrijke rol speelt hierbij reputatie. Egoistisch gedrag, dat de gemeenschap schaadt, staat niet hoog in aanzien.
Reputatie
Een belangrijke manier om gedrag te bevorderen is nadruk op reputatie en aanzien. Zo is een sociaal dilemma omtrent duurzaamheid op te lossen. Ook processen rondom sociale normen en sociale vergelijking ondersteunen de gedachte, dat reputatie gebruikt kan worden voor duurzaam gedrag.
In de context van milieugedrag kan reputatie worden gebruikt om personen en organisaties aan te zetten tot milieuvriendelijk gedrag.
Bedrijven die bijvoorbeeld duurzame praktijken toepassen en hun milieueffecten verminderen, kunnen als sociaal verantwoordelijk worden beschouwd en milieubewuste consumenten aantrekken. Evenzo kunnen personen die zich milieuvriendelijk gedragen, bijvoorbeeld hun CO2-voetafdruk verminderen, als milieubewust worden gezien. Zij kunnen van positieve sociale erkenning profiteren, in hun eigen omgeving of via social media.
Social mediaplatforms kunnen bijvoorbeeld worden gebruikt om informatie over milieuvriendelijke acties, producten en diensten te delen, en daarbij de reputatie te verbeteren.
Certificering
Formele reputatiesystemen zoals certificeringsprogramma`s kunnen worden gebruikt om milieuvriendelijk gedrag aan te moedigen. Zo kan een certificeringsprogramma dat bedrijven erkent die zich bezighouden met duurzame praktijken een stimulans zijn voor bedrijven om deze praktijken over te nemen om een concurrentievoordeel te behalen en milieubewuste consumenten aan te trekken. Evenzo kan een gemeenschap die bedrijven voor milieuvriendelijk gedrag erkent en beloont, meer bedrijven aanmoedigen om bij te dragen aan een duurzamere toekomst.
Sociale normen, sociale vergelijking en sociale invloed
Het benutten van de kracht van sociale invloed is een van de meest effectieve manieren om bij mensen duurzaam gedrag uit te lokken. Duurzaam gedrag is meestal tegelijkertijd ook minder egoïstisch gedrag, omdat duurzaam gedrag rekening houdt met het perspectief van de gemeenschap. Er wordt veel onderzoek gedaan naar de motivaties van mensen om minder egoïstisch of meer altruïstisch te handelen. Verschillende factoren kunnen minder egoïstisch gedrag faciliteren. Een zeer belangrijke factor hierbij zijn de sociale normen van de omgevende groep: mensen gedragen zich meestal naar de groepsnorm. De sociale invloed van anderen is sterk. Mensen conformeren zich aan anderen in hun omgeving en vergelijken zich graag met anderen.
Sommige energiemaatschappijen laten het energieverbruik van een huishouden zien in vergelijking met het gemiddeld verbruik per type huishouden. Dit is een bewezen effectieve interventie om het energieverbruik te verlagen (Goldberg et al. 2020). Omdat mensen over het algemeen de klimaatvriendelijke acties van anderen onderschatten zou dergelijk feedback een mogelijkheid zijn om ook andere klimaatvriendelijke acties te sturen.
In een artikel in de Harward Business Review The Green Consumer worden verschillende onderzoeken over sociale invloed en milieuvriendelijk gedrag op een rij gezet:
Belonen en straffen
Er zijn veel voorbeelden van financiele prikkels die gedrag op een effectieve manier beinvloeden. Sinds energie duur is geworden is het gasverbruik sterk verminderd. Economen vinden dan ook dat CO2-heffingen een essentieel middel zijn naar een duurzame toekomst.
Ook veel kleine initiatieven stimuleren duurzaam gedrag. Het nieuwe mobiliteitsbeleid van de ANWB voor woon-werkverkeer is vooruitstrevend en duurzaam: flexibele vergoeding per gemaakte kilometer, voor fietsen, wandelen en het openbaar vervoer. Ook thuiswerkers ontvangen een vergoeding.
Gedragswetenschappers en psychologen wijzen er altijd op dat straffen slecht werkt. Wat wél werkt: Maak de keuze breder en attractiever, vraag bijvoorbeeld als klant in restaurants om meer vegetarisch aanbod en gratis of goedkoop water bij het eten.
Leren van voorbeelden
Dit soort voorbeelden werkt alleen als zich veel mensen duurzaam gedragen. Als slechts enkele mensen zich duurzaam gedragen, is dit gedrag nog niet de maatschappelijke norm. In dit geval kunnen zogenoemde “ambassadeurs” helpen, om de positieve elementen van het product of de actie te promoten. Duurzaamheidsambassadeurs zijn het meest overtuigend wanneer zij het gedrag zelf daadwerkelijk vertonen. Onderzoek vond dat wanneer een ambassadeur vertelde waarom hij of zij zonnepanelen had geïnstalleerd, 63 % meer mensen volgden dan wanneer de ambassadeur niet daadwerkelijk panelen geïnstalleerd had.
Maar of een “ambassadeur” of influencer /Greenfluencer ook daadwerkelijke invloed heeft zal onder meer ook van de attractiviteit of psychologische dichtbijheid van dit psychologische voorbeeld, en daarmee dus van de persoon van de ambassadeur afhangen. Als er overeenkomsten zijn tussen de waarnemer en het model (de ambassadeur), wordt het model-leren versterkt (zie regels van het observatieleren). Als mijn buurman, die zonnepanelen installeert, sterk op mij lijkt en ik hem sympathiek vind, is de kans groter, dat ik het ook doe.
Observationeel leren is een van de best bewezen psychologische principes. Belangrijk dat met name leidinggevenden en politici rolmodellen zijn voor duurzaam gedrag.
Verder lezen: Duurzaamheid is geen linkse hobby
Spel en wedstrijd
Speelse concurrentie tussen sociale groepen kan worden ingezet voor een beter milieu. Toen het Wereld Natuur Fonds en vrijwilligersorganisaties de bewustwording over duurzame acties voor Earth Hour wilden vergroten, spoorden zij aan tot vriendschappelijke energiebesparende wedstrijden tussen steden. Het programma heeft zich uitgebreid door sociale verspreiding: Het begon in Sydney in 2007 en bereikt nu meer dan 188 landen.
Andere voorbeelden zijn de acties Gulden Klinker voor mensen die samen actie ondernemen om hun omgeving schoner, veiliger of prettiger te maken of de NK Tegelwippen.
Gevoel EN verstand betrekken
Cognitie EN emotie zijn samen de basis van gedragsverandering. Bijvoorbeeld: Veel mensen erkennen dat klimaatverandering een probleem is, maar missen een drive (e-motie dus) om actief te worden. Anderzijds kunnen mensen angst voelen ten aanzien van klimaatverandering . Maar zonder specifieke kennis over oplossingen zullen mensen minder geneigd zijn hun gevoelens te koppelen aan concrete actie.
Samen de biodiversiteit herstellen
Initiatieven op lokaal niveau brengen mens en natuur weer dichter bij elkaar, zoals de NK Tegelwippen. Buurt- en schooltuinen zijn allemaal belangrijk om de biodiversiteit juist ook in de steden te herstellen. Tuinieren al dan niet via acties zoals Guerilla Gardeners brengt mensen samen en bevordert natuurinclusiviteit . Zie ook hieronder onder Intrinsieke motivatie/saamhorigheid en verbondenheid.
Samen tegen klimaatangst
Collectieve actie is ook gevraagd tegen de klimaatangst en klimaatdepressie, die heel wat mensen voelen. Dit is geen onrealistische of overdreven angst, dit is een angst die past bij een dreigende situatie. Het beste kunnen we met deze angst omgaan door samen in collectieve en realistische actie voor een betere toekomst werken. Stadsvergroening, zonnecollectieven, circulaire economie: er zijn heel veel mogelijkheiden om energiek en met kleine realistische stappen samen aan een beter toekomst te werken. Laat ons niet de “Last generation” zijn, maar de “First generation” die een betere wereld achterlaat.
Intrinsieke motivatie
De eerder genoemde speltheorie of sociale controle gaat hoofdzakelijk uit van belonen of straffen van duurzaam gedrag. Maar de beste motivatie voor duurzaamheid komt van intrinsieke motivatie, de innerlijke drijfveren van mensen.
We weten uit modern motivatieonderzoek, uit de zogenaamde zelfdeterminatietheorie, dat de intrinsieke motivatie van mensen samenhangt met 3 factoren: namelijk autonomie, competentie en saamhorigheid.
Op de volgende manier kunnen we de intrinsieke motivatie voor duurzaam gedrag verhogen:
—Autonomie: mensen zelf laten kiezen welk speerpunt zij willen zetten en in welk tempo. De één wil zonnepanelen, de ander gaat minder met de auto, de derde vermijdt afval. Niet iedereen hoeft alles te doen, en niet alles hoeft even snel. Mensen kiezen hun eigen pad en bewegen soms in kleine stappen.
*kennis over klimaatverandering is essentieel voor gedragsverandering
*zorg voor toegankelijke, begrijpelijke informatie voor mensen met verschillende voorkennis en vooropleiding. Sommige mensen hebben persoonlijke ondersteuning en hands on praktische hulp nodig, zoals een energiecoach.
*Zorg ook voor feedback over duurzaam gedrag. Feedback geven over gedrag kan een krachtige manier zijn om mensen aan te sporen duurzamere keuzes te maken. Door bijvoorbeeld het energieverbruik in real-time weer te geven, kunnen mensen worden aangemoedigd om bewuster met energie om te gaan.
—Saamhorigheid/verbondenheid:
Samen gaat alles makkelijker. Zorg ervoor dat mensen samen en op een gezellige manier duurzaam kunnen leven. Zorg ervoor dat iedereen in zijn wijk, dorp of stad de weg naar andere duurzame denkers en doeners vindt. Tuinieren al dan niet via acties zoals Guerilla Gardeners brengt mensen samen.
Regelmatig worden er door het hele land allerlei acties georganiseerd, zoals ‘beach cleanups’ op het strand of natuurwerkdagen. Elk jaar is er ook de Landelijke Opschoondag (dit jaar op 18 maart), waarop duizenden mensen de handen uit de mouwen steken. Online is er van alles over deze en andere initiatieven te vinden. De bovengenoemde burgerschapacties onder de kopjes Spel en Biodiversiteitsherstel zijn allemaal ook acties de het gemeenschapsgevoel versterken.
Leefstijl
Meer kennis over risico’s van klimaatverandering en van beschikbare aanpassingsmogelijkheden bevordert veranderingen in gedrag en leefstijl.
Veel mensen willen gezond leven. Dit kan een ingang zijn tot duurzamer leven, zelfs als duurzaamheid niet in eerste instantie het doel was. Duurzaam leven gaat heel goed samen met gezond eten, met name minder vlees eten, en met meer bewegen: fietsen en lopen. Een gezondere leefstijl kan zo een opstapje zijn naar bewust duurzaam gedrag.
In het bijzonder het genot van natuurbeleving kan erbij helpen om positieve energie te krijgen en klimaatstress tegen te gaan.
Als mensen tijd doorbringen in de natuur draagt dit bij tot wat onderzoekers “milieuvriendelijk gedrag” of PEB’s (pro-environmental behaviours) noemen (Richardson et al., 2020). Onderzoekers vonden ook een robuuste, positieve relatie tussen milieuvriendelijk gedrag van mensen en subjectief welzijn (Zawadzki et al., 2020)
Nudging
Nudging is een gedragspsychologische methode. De omgeving van mensen wordt zo aangepast, dat zij automatisch en zonder na te denken een gewenste gedragskeuze maken. Nudging is dus een methode van psychologisch omgevingsdesign. Nudging maakt gebruik van het feit dat mensen bij voorkeur snelle, intuïtieve beslissingen nemen, zonder verdere moeilijke evaluatie. Over dergelijke snelle automatische keuzes en de achterliggende hersenmechanismes heb ik uitgebreid in mijn blog en podcast over gedragsverandering verteld.
Nudging: automatische keuzes
Automatische keuzes die bij nudging worden gemaakt zijn makkelijk van anderen beïnvloedbaar, in principe is bij nudging dus sprake van enige manipulatie. Dit is misschien minder wenselijk dan bewuste keuzes, maar feit is, dat de marketingmethodes van grote bedrijven ook manipuleren. En in dat geval meestal in de richting van ongezond en niet-duurzaam gedrag.
In het design van gebouwen, wegen en steden kan duurzaam design via nudging voor duurzame keuzes zorgen: fietsen, lopen, ov gebruiken in plaats van auto.
Standaardkeuze: duurzaam
De belangrijkste manier van nudging is het, om de duurzame optie de standaardkeuze te maken, maar toch ook wel een opt-out aan te bieden. Sommige bedrijven kiezen bijvoorbeeld standaard voor elektronische ontvangstbewijzen, maar geven de optie om op verzoek een gedrukt ontvangstbewijs te ontvangen. Mensen kunnen ook tot duurzaam gedrag worden aangemoedigd als thermostaten in openbare gebouwen standaard laag staan.
NIET het einde van de wereld
Activisme
Militante activisten hinderen met extreme acties een constructieve inzet voor duurzaamheid en klimaat. Klimaatpaniek en doemdenken kan leiden tot apathie: Als mensen geloven dat klimaatverandering onvermijdelijk zal leiden tot het einde van de wereld, kunnen ze het gevoel hebben dat ze niets kunnen doen om een verschil te maken.
Participatie, collectieve actie, empowerment kan een gevoel van machteloosheid overwinnen.
De meningen over zin en onzin van radicale klimaatacties en klimaatprotesten zijn verdeeld. Er zijn wel een aantal goede argumenten te geven voor burgerlijk ongehoorzaam inzake klimaat. Klimaat-gedragswetenschapper Reint Jan Renes geeft een aantal argumenten ter ondersteuning van klimaatprotesten:
“Ik snap de urgentie volledig om het wel te doen. Er zijn weer twee klimaattoppen achter de rug en ondanks de oproep tot actie gebeurt er nog veel te weinig. Dan is het niet vreemd wanneer mensen uit frustratie en wanhoop mensen proberen wakker te schudden met dit soort acties….Het zorgt in ieder geval voor aandacht en zet het onderwerp op de agenda. Media schenken er aandacht aan, opiniemakers vinden er wat van en mensen gaan erover in gesprek.”
Reint Jan Renes heeft het ook over onze “ecologische handafdruk“, dat wil zeggen, de impact die iereen heeft op de eigen omgeving, als voorbeeld en in het eigen netwerk.
Vooruit met kleine stappen
Als de focus ligt op het dreigend onheil van klimaatverandering, kan dat afleiden van inspanningen om oplossingen te vinden en uit te voeren. In plaats daarvan kan het naar mijn mening productiever zijn om de aandacht te richten praktische stappen. Stappen, die kunnen worden genomen om de gevolgen van de klimaatverandering te verzachten en zich eraan aan te passen.
Het is slim om burgers te ondersteunen bij duurzame stappen, waar al veel mensen voor gemotiveerd zijn en waar dus weinig overtuiging nodig is. Dat zijn vaak dingen, die makkelijk zijn of geld besparen (“sweet spots”). De overweldigende meerderheid van burgers is bijvoorbeeld geinteresseerd in energie besparen en het recyclen van afval. Dit zijn dus speerpunten voor goed beleid! Ook al zijn andere, minder populaire gedragingen zoals minder vlees eten en vliegen nóg wenselijker voor duurzaamheid: als mensen beginnen zichzelf als “duurzamer doener” te zien en hun zelfbeeld verandert, kan dit de opstap zijn naar ander duurzaam gedrag.
Klimaatberusters
Mathijs Bouman schrijft in het FD, dat de vormalige klmaatontkenners nu ineens tot “klimaatberusters” zijn geworden. Nu de klimaatcrisis een feit is, wordt gezegd: Het is te laat om nog wat te doen, we gaan de apocalypse tegenmoet. Maar econoom Bouman stelt terecht een andere visie tegenover: we kunnen de grote klimaatramp nog wél vorkomen: “Bijvoorbeeld door CO₂-uitstoot te beprijzen. Professor Kornelis Blok, die er wel verstand van heeft, liet onlangs zien dat bij een CO₂-prijs van $100 per ton, genoeg schone energie rendabel wordt om de wereldwijde uitstoot in 2030 met 40% te verminderen. Het is nog niet te laat, mits we in actie komen. Maar daar hebben zowel de ontkenners als de berusters nou net geen zin in.”
Klimaatrealisme
Het is buitengewoon belangrijk om met anderen over de gevaren van klimaatverandering en het belang van klimaatbestendige ontwikkeling te praten.
Maar het is ook heel belangrijk om hierbij realistische hoop uitdruk te geven.
Wat we nodig hebben is rationele hoop. Ja, we moeten absoluut erkennen wat er op het spel staat en welke gevaren er zijn. Maar we hebben een visie op een betere toekomst nodig – een toekomst met overvloedige energie, met een stabiele economie, met middelen die voor iedereen beschikbaar zijn, waarin ons leven niet slechter maar beter is dan nu. Er zijn oplossingen. En daarom moeten praten over de praktische, haalbare, toegankelijke, aantrekkelijke oplossingen.
Datawetenschapper Hannah Ritchie geeft in haar nieuwe boek ‘Niet het einde van de wereld’ een realistisch-optimistisch perspectief. Zij pleit voor meer optimisme en nuance in het klimaatdebat. Volgens haar wordt te weinig gesproken over over de vooruitgang die al is geboekt. De mens is in staat tot verandering!
Gesprekken met de niet-zo-duurzame medemens
Naar mijn mening is het geen goed idee om in gesprekken andere mensen die niet (voldoende) duurzaam leven te bekritiseren, streng toe te spreken of op andere manier te laten voelen dat zij niet o.k. zijn. Straffen, ook indirect straffen, werkt averechts, en beschadigt de relatie zonder de duurzaamheid te helpen. Het is belangrijk om respect voor de autonomie van een ander te hebben. Zo kan degene hopelijk langzaam zijn eigen weg naar een duurzaam leven vinden.
Het beste kan je vanuit oprecht plezier vertellen wat jij leuk vindt, hebt geleerd of ervaren, zonder te moraliseren. Als een ander daarop boos of kritisch reageert, kan je proberen om raakvlakken te vinden, dus waarden die jullie allebei belangrijk vinden. Als dat niet lukt is het beter om het onderwerp te vermijden. In sommige situaties of relaties is het dan ook het beter te zeggen dat je over duurzaamheid, klimaat, of bepaalde deelaspecten ervan niet wilt praten. Dat is beter dan polarisatie en vijandigheid. Je levend positief voorbeeld overtuigt op den duur, vertrouw daarop.
Literatuur
Bergquist, M., Thiel, M., Goldberg, M. H., & van der Linden, S. (2023). Field interventions for climate change mitigation behaviors: A second-order meta-analysis. Proceedings of the National Academy of Sciences – PNAS, 120(13), e2214851120.
Bouman, T., & Steg, L. (2022). A spiral of (in) action: Empowering people to translate their values in climate action. One Earth, 5(9), 975-978.
Goldberg, M. H., Gustafson, A., & Van Der Linden, S. (2020). Leveraging social science to generate lasting engagement with climate change solutions. One Earth, 3(3), 314-324.
Nasi, V. L., Jans, L., & Steg, L. (2023). Can we do more than “bounce back”? Transilience in the face of climate change risks. Journal of Environmental Psychology, 86, 101947.
Richardson, M., Passmore, H. A., Barbett, L., Lumber, R., Thomas, R., & Hunt, A. (2020). The green care code: How nature connectedness and simple activities help explain pro‐nature conservation behaviours. People and Nature, 2(3), 821-839.
Steg, L. (2023). Psychology of climate change. Annual Review of Psychology, 74, 391-421.
van Valkengoed, A. M., Abrahamse, W., & Steg, L. (2022). To select effective interventions for pro-environmental behaviour change, we need to consider determinants of behaviour. Nature Human Behaviour, 1-11.
Van Vugt, M. Environmental change as social dilemma: Using psychology to solve the tragedy of the commons. Current Directions in Psychological Science.
Zawadzki, S. J., Steg, L., & Bouman, T. (2020). Meta-analytic evidence for a robust and positive association between individuals’ pro-environmental behaviors and their subjective wellbeing. Environmental Research Letters, 15(12), 123007.